Als je een beetje kan draaien, dan kom je in de fase terecht dat je wil maken wat je graag ziet! Alleen, vaak merk ik in de les dat het niet zo simpel is om te maken wat je graag ziet! Niet alleen omdat het technisch een uitdaging is, maar ook omdat mijn cursisten niet PRECIES weten wat ze graag zien. Ja, de keramiek van die en die, dat weten ze wel, maar niemand wil een copycat worden toch? We willen allemaal graag een eigen, unieke stijl.
Maar hoe ontwikkel je die nu?
Hieronder schreef ik 5 tips die je alvast een duwtje in de goeie richting kunnen geven.
1. Staar je blind op details
Ja, ik weet het: meestal is het van “staar je NIET blind op de details, maar in dit geval ligt het eventjes anders. Ben je keramiek van anderen aan het bekijken, dan weet je meestal in een luttele seconde wat je graag ziet of wat je lelijk vindt. Maar als iemand je vraagt waarom, dan heb je zin om als een baldadige zesjarige te antwoorden met daarom!
Helaas, daarom is geen antwoord! Toch niet als je op zoek bent naar jouw keramiek-eigenheid. Dan is het belangrijk om heel precies te weten wat je mooi vindt en waarom, of waar je de kriebels van krijgt en waarom.
Als je gaat analyseren wat je precies lelijk en mooi vind aan een ontwerp, dan ga je daar op den duur een patroon in ontdekken.
2. Teken je ontwerpen
Haha, menig keramist zal bij deze zin zijn wenkbrauwen fronsen. Tekenen, ik? Ja ik kan potten draaien maar tekenen,dat zit er niet in. No worries, het hoeft geen perfecte driedimensionele tekening te worden hoor. Een onbeduidend schetsje uitsluitend bestemd voor eigen ogen is prima. Hier gaat het om 2 dingen:
1. Details
Stel, je tekent een koffietas: welke voet, welk oor, welk model wil je fijn onderaan. Dwing jezelf om stil te staan bij ieder aspect van je pot.
2. Plaatsing
Het belangrijkste woord hier is waar? Waar komt dat oor, waar begint die buiging, waar eindigt die buiging. Als je een oor anderhalve centimeter hoger of lager hangt, dan kan dat een wereld van verschil maken in je ontwerp. Je gaat zeker niet vanaf het begin je ontwerp perfect kunnen draaien, maar je weet tenminste waar je naar toe wil. Neem eens een kijkje op de instagrampagina van Florian Gatsby. Die mens is een kei in vormgeving en af en toe post hij ook zijn tekeningen, onderstaande foto is van zijn hand.
3. Benoem je fouten
Heb je iets gedraaid en staat het je niet aan? In de recupbak er mee, dat is een goeie attitude. Maar kijk eerst eens waar het mis liep. . Want een conclusie als ‘t is lijk da nie..daar ga je niet veel van opsteken. Waar ben je precies de mist in gegaan? Vind je je ontwerp te lomp, zit de buik van de pot te laag, staat de schouder iets te rond...wat zit goed, wat moet anders?
4. Speel dan wie van de drie( of de vijf, de zes...)
Heb je iets in je hoofd? Probeer het dan uit in verschillende versies. Het zit echt in de details he, dat oor die een halve centimeter hoger of lager hangt, een topje op een deksel die net wat smaller is, of korter is.
5. Draai series
Heb je eindelijk het gevoel dat je iets gemaakt hebt wat je echt graag ziet? Bedwing dan jezelf om naar het volgend project over te stappen! Draai eerst een serietje van 20 stuks van dit ontwerp. Niet alleen krijg je het ontwerp zo echt in je vingers, maar dit is jouw stijl en hoe meer je in jouw stijl draait, hoe meer het je vooruit helpt bij een volgend ontwerp.